maandag 22 september 2014

Basisinkomen

Ongemerkt gaat er soms iets aan je voorbij. Zoals de 7e internationale week voor het basisinkomen.
Niet dat ik ooit van de voorgaande 6 had gehoord.

Maar ik begrijp nu wel waarom dat woord een paar keer is gevallen.
Basisinkomen, als recht, voor iedere Nederlander?
Interessant gegeven.

Op de site van Onvoorwaardelijk basisinkomen hebben ze het over 1500 euro per maand.
Ongeacht je leeftijd, afkomst enz. Of je nu werkt of niet, dat zou je recht worden.
En geen plicht om te gaan werken.

1500 euro per maand, menigeen zou een gat in de lucht springen, echter, is dit bruto of netto?
Het heeft voor mij iets verdachts.
Stel het is bruto. Ik ga dan even uit van een eenpersoonshuishouden.
1500 bruto, daar gaat dan nog 38% af aan belasting plus nog eens bijna 7% aan die zorg via de belasting.  Blijft er 825 euro van over. Heffingskortingen en vrijstelling en toeslagen vervallen.
Woon je simpel betaal je over een jaar of 2 al snel 500 voor een kleine flat. Blijft er 325 over.
De zorg zal dan wel 125 euro per maand kosten, minstens, dan is er nog 225 van over, de energie er nog af en het water en verzekeringen? Ik zeg totale armoede.

Als het zo werkt is het een opgeleukte naam voor armoede.
De tralala toon op de site doet me dan vermoeden dat het belastingvrij is.
Elke maand 1500 belastingvrij? Ik voel een mondhoek opkrullen. Niet meer elke maand sappelen is best fijn.

Alleen zo jammer dat ik een ernstig wantrouwen blijf houden. Om dit te betalen komen ze wel met leuke plannen, hopsakee de btw pittig omhoog.
Een stevige belasting op vermogen. Ik hoor in gedachte al weer de kreten van zo raken we alle kennis kwijt.

In de tijd van robotisering en alle rare regels raken heel veel mensen hun baan kwijt.
Het kabinet schept banen , zeggen ze, laten we elkaar niet voor de gek houden, regelgeving schrapt ze.

De rijken zullen schreeuwen vanwege hun vermogen, maar men zal verwachten dat mensen die alleen van dat basisinkomen rondkomen zich gaan ontplooien. Dat is niet leuke dingen doen, maar mantelzorgers zijn. Vrijwilligerswerk gaan doen, waar helemaal niks mis mee is, maar dan is het toch de sociale dwang tot werken voor je inkomen terwijl mensen die daarbij ook een baan hebben het ietwat rustiger aan kunnen doen.

Ik zie dan ook wel weer een gat in de markt, workaholics leren een hobby te kiezen.

zaterdag 20 september 2014

Blokje Gouds: Plateel

Gouda heeft behalve kaas, kaarsen en stroopwafels nog iets erg fraais.
Het Gouds plateel. Tegenwoordig meestal te vinden in musea of privéverzamelingen.
Het is nogal aan de prijs.

Wat is dat eigenlijk, dat Gouds plateel? Het is aardewerk. Plateel komt van het Franse woord voor bord.
Er is mat- en glanzend plateel. Ik denk dat de motieven en de kleuren al snel aangeven of ik het Gouds durf te noemen.
Het is kleurig en heeft veelal jugendstil of een art-nouveau afbeeldingen. Kronkels en krullen zal ik maar zeggen.

Rond 1900 kwam het in opkomst, de fabrieken en fabriekjes vroegen kunstenaars voor de ontwerpen.
Het bleek een goede handel, tot vlak voor de crisis rond 1930. De kleinere fabriekjes konden het hoofd niet boven water houden.
Andere fabrieken werden overgenomen.

Een van de bekendste fabrieken is Goedewaagen. Zij maakten plateel, later ook serviezen en de bekende KLM-huisjes.
Veel van hun werk is nu nog te zien in het Drentse Nieuw-Buinen in de buurt van Borger.

Dus mocht u naar Drenthe gaan, geniet dan gelijk van erg oude geschiedenis, de hunebedden, en de wat meer recente geschiedenis, het aardewerk.



Gelukkig hoefde ik niet naar een museum voor deze foto.
Bij b&b Anna aan de Motte, in Gouda, was men zo vriendelijk even wat lampjes uit te doen.




dinsdag 16 september 2014

Blokje Gouds: Geduvel om de hoek

We hebben het vroeger allemaal wel tijdens een geschiedenisles gehoord, de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen bij Goejanverwellesluis, te Gouda.

Nu is een snufje geschiedvervalsing  nooit zo erg, tenzij je op zoek gaat naar de plaats delict.
Goejanverwellesluis gevonden, ik kan jullie zeggen dat het niet direct bij Gouda is. Dat is slechts een knullig detail.

Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van stadhouder Willem V had in het jaar 1787 zo de pest in dat haar man uit Den Haag was verjaagd.
In die tijd waren er twee groepen die het zo oneens waren met elkaar, de patriotten en de orangisten.
Ja, dat speelde toen ook al, de pro Willem en de anti Willem luitjes. Wat toen patriot was zouden we nu eerder "republikeins" noemen.

De Duitse Willemien was niet zo content met dat feit en trok de stoute schoenen aan.
Vanuit hun woonplaats Nijmegen vertrok ze naar Den Haag, ze wilde eens gaan praten over de positie van haar man. Of eigenlijk er een duobaan van te maken.

In 1787 bestond er nog geen TomTom, anders had ze vast een minder toeristische route gekozen.
Facebook was niet nodig, want ook toen wist de verloofde van het kamermeisje van Willemien al dat ze die kant op zou komen.
Die kon op zijn beurt zijn mond niet houden en zo wisten de Goudse patriotten waar haar op te wachten.

Dat was niet in Gouda, dat was niet bij de eerder genoemde sluis, het bleek op een boerenweg te zijn die nu Bonrepas heet (in de volksmond Boenderpas) . Hoe het weggetje toen heette? Geen idee, want die luxe naam kreeg het veel later van Lodewijk Napoleon, hij vond het er goed toeven met- en na een maaltijd.

De Goudse patriotten wachtte haar op en hielden haar aan.
Men besloot de reis voort te zetten via de IJsseldijk, maar daar stonden haar fans haar toe te juichen.
De boel werd afgezet (ook toen al) en Willemien moest met haar gezelschap naar Hekendorp.

Ze werd bij de Goejanverwellesluis over gezet, daar kon men even wat eten.
Inmiddels had Willemien vast nog meer de pest in.
De boerderij waar ze zaten bleek niet geschikt als Bed&Breakfast dus liet men haar kiezen, overnachten in het kasteel van Woerden, of een enkeltje met het pontje naar Schoonhoven.

Willemien was verstandig, koos eieren voor haar geld. Nu lijkt overnachten in een kasteel een luxe, maar zij vreesde terecht voor een slechte kamer, de kerker.

Zo moest ze uiteindelijk terug naar Nijmegen.  Einde verhaal? Nee hoor, een prinses laat dat niet zomaar voorbij gaan.
Zeker niet als je een machtige broer hebt, en die had ze.
Frederik Willem II van Pruisen stuurde tussen de 20.000-30.000 soldaten naar Holland en eiste genoegdoening.

Die zorgden er voor dat de opstand der patriotten de kop in werd gedrukt.
Uiteindelijk konden Willem en Wilhelmina weer terug naar Den Haag.

Goejanverwellesluis 2014



















maandag 15 september 2014

Zwijnerij

Hoe durven ze? Het is ongehoord en abject!
Wat? Nou dat stel zwijnen dat een nieuw gebied lijkt te zoeken. Daar hebben zij geen recht op.

Joepie als er een wilde kat is gezien, joechei als een wolf of een oehoe ons weet te vinden.
Maar zwijnen die eens ondernemend gaan worden, dat moet we niet hebben.
En al helemaal niet als ze zich illegaal vanuit een gebied willen verplaatsen.

Nu is dat al bizar genoeg. Maar je zondag zal zo beginnen.
Je bent wellicht vrijwilliger bij de brandweer, je verheugde je de avond ervoor op uitslapen en een ontbijtje.
Maar nee, de telefoon gaat, zwijnen te water.

Niks eerst verse koffie en een croissantje, hup, naar de plaats des onheils.
Een volwassen zwijn weegt wel iets, dus die til je niet uit het water, als ze al mee zouden werken.
Nu is onze brandweer niet het type mensen wat het opgeeft, ze zijn bezig de zwijnen te redden en dat zou ontzettend veel voldoening moeten geven.

Helaas, ergens uit een slecht script, staat er dan een al over de datum heen manspersoon met een schietijzer aan de wal.
Die zwijnen dienen hier niet te zijn, pief-paf-poef.

Deze redder van de natie mompelde nog even iets over varkenspest en te dicht bij de bebouwde kom.
Als iets de pest is voor die varkens is hij het wel.
Ik erger me kapot aan dat soort uit een boek gelopen figuren met zo'n Jip-en-Janneke jagershoedje.

Had men die zwijnen niet terug kunnen brengen naar een gebied waar ze wel mogen lopen?
Maar nog beter, had die organisatie, welke het ook is, niet even dat tikje fatsoen in hun donder kunnen hebben dat niet te doen onder het oog van hun redders?
Of was het te moeilijk te mikken op een zwemmend zwijn?

Petje af voor de brandweer en boe tegen die "jager".


zondag 14 september 2014

Blokje Gouds: Een iglo?

Een prachtige nazomermiddag, open monumentendag.  Dat vraagt om lekker rondstruinen in de binnenstad. Dit weekend hebben ze het handig gedaan, het is tevens open galerie route.

Het leuke van zo'n dag is dat je eens ergens binnen kan lopen waar je anders nooit komt.
Ideaal voor nieuwsgierige mensen.

Nu kent ons kleine centrum veel kerkgenootschappen, het werd zodoende een deel "kerk hoppen".
Van de voormalige synagoge (nu de vrije evangelische gemeente) door naar de christelijk gereformeerde kerk, daar aan de koffie gezeten. Tussendoor even een atelier bezocht, op naar de oud-katholieke kerk, volgend bezoekje werd de Maasbach kerk.

Die kerk, door de bewoners van Gouda de Gouwe kerk genoemd is best groot en erg hoog.
Ook al toont de kerk oud, het is een relatief jong gebouw.

Op de plaats van de Gouwe kerk (de echte naam is Sint-Jozef kerk) heeft eerder een kerk gestaan.
Ooit een deel schuilkerk, dat was rond 1650. Natuurlijk fikte er weer eens iets af, en tja, dan kan je weer iets anders neerzetten.

In 1767 kwam er een nieuwe kerk die in 1877 werd afgebroken.
Uiteindelijk begon men in 1902 met de bouw van de neogotische Sint-Jozef kerk, die kan dan wel even mee zou je denken.
Helaas vond het bestuur het nodig de kerk een kleine 70 jaar later te koop te zetten.
En wie koopt er nu nog een kerk?

Dat deed J. Maasbach, in 1979.  Om daar Blessings te houden.
Maar of deze onderneming nu een zegening is? Ik kwam berichten tegen dat de kerk sinds 2008 weer te koop staat, en zag een vraagprijs van 3,5 miljoen.
Of dat nog steeds zo is, geen idee. De vrijwilliger mompelde wel iets over de stookkosten.
En het gebouw is nog steeds in gebruik.

Ik vond het erg leuk daar eens binnen te kijken, het enthousiaste verhaal over het gebouw te horen.
Maar een beetje verrassend was het ook wel, bij binnenkomt vroegen we ons af wat die iglo in de kerk doet.
Bij navraag bleek dat een decorstuk te zijn van een musical, geen iglo, maar het graf van Jezus.

Iglo, graf het is wel iets heel anders, maar zeg nou zelf?



woensdag 10 september 2014

Oud

Er zijn van die momenten dat ik graag op pad ga om oude vervallen dingen op de foto te zetten.
Een geoefend oog ziet steeds meer oud en scheef, verzakt of nog maar een klein stukje van over.

Zo is er bij Oudewater, ergens in een weiland, een stuk muur.
Het staat er zomaar te staan, al eeuwen lang.



Dit brok ruïne heet Huis te Vliet.
Ooit een kasteel, gebouwd in roerige tijden, de tweede helft van de 13e eeuw.

Roerige tijden? Tja, geharrewar tussen graven en dat soort lui.
De Hoekse en Kabeljauwse twisten, maar die gingen dit huisje voorbij.
Hoelang het een kasteel is geweest is niet zeker, er is nog wel een tekening uit de 17e eeuw waar er al weinig van over is.

Als ik lees over haar bewoners komt er een lange rij aan adellijke namen voorbij.
Nu klinkt Heer van Vliet, Hoenkoop en Bergambacht wel heel chic, maar Vliet is een polder, Hoenkoop een buurtschap en Bergambacht was in die tijd vast een kleine agrarische gemeente.
Hoe belangrijk kon je dan zijn?

Een beetje kasteel had dan toch ook wel kerkers, maar de slotheer kreeg toestemming gevangenen elders te huisvesten.
Dat doet vermoeden dat het toen al een bouwval was. Stadhouder Willem III (ja, die uit Engeland kwam varen) noemde het ook al een ruïne.
Er zal in de loop der eeuwen nog wel wat af zijn gebrokkeld, tot wat het nu is.

Door de verkoop eind 18e eeuw kwam het in bezit van Theodorus Bisdom, die daar gelijk zijn kans schoon zag zijn naam wat langer te maken. Bisdom van Vliet.
Die familie behoudt de ruïne en een boerderij tot 1923, daarna gaat het over naar de Stichting Bisdom van Vliet.

Een klein museum in Haastrecht heeft daar nog de bezittingen van Bisdom van Vliet, de weduwe van de laatste in lijn, Paulina Maria Lefèvre de Montigny-Bisdom van Vliet ligt aan de overkant van het museum in een mooi graf. Te vinden in het Haastrechtse bos.

Als kind heb ik vaak gedacht dat ik het vreemd vond dat er daar een bisdom was.
Al doende leert men, en het blijft altijd wat dagdromen wat er met dat kasteel gebeurd is.

Sinds 1985 zijn zowel de ruïne en de boerderij particulier bezit.
Tja, wat moet je met zo'n brok steen in je  tuin? Ik geef toe, het is weer eens wat anders dan een tuinbeeld.



dinsdag 2 september 2014

Op blote voeten

Ik zat wat in het natuurblad Roots te lezen, las de column van boswachter André Donker.
Over een blote voetenwandeling.
Na het lezen heb ik hier even hard zitten lachen, nee André, ik zat je niet uit te lachen maar ik zag het zo voor me, op blote voeten in de duisternis.

Ik val in de categorie stuntende wandelaars (stuntelig mag ook).
Gelukkig, soms met een engeltje op mijn schouder. Ik liep vorig jaar zomer in een gebiedje waar staat "blijf op de paden". Ik heb er nog nooit een pad ontdekt.
Er was net gemaaid, ik zocht naar een gentiaan, verstapte me eerst om niet over een ringslang te struikelen om daarna netaan kikkertjes te ontwijken, om op een centimeter of 2 naast een wespenvergadering te eindigen.

Nu doe ik al mijn stunts zelf, afgelopen voorjaar wandel ik met iemand in de Groene Jonker.
Ergens zie ik een olifanten paadje en ben dan nieuwsgierig, ik wil weten wat daar speciaal is.
Dan sta ik daar en zie een plantje, met dat ik probeer te bedenken welk moerassoort  dat is, en hardop zeg "hee een moeras..."  flots, schoenen vol water.

Kan ook gebeuren dat ik ergens wandel, een vreemd soort zwammetje zie, wil het op de foto, wurm me door het struikgewas om er halverwege achter te komen dat zowel jas, sjaal, en haar gevangen zijn door braamstruik.
Vervolgens een soort gestuntel uithalen, sjaal los, mouw vast, haar los, hand onder de krassen.
Met als enige toeschouwer een lokale fazant.

Mij op blote voeten in het duister loslaten lijkt me geen goed plan.
Ik woon in het laagveen, wij hebben geen zand en geen beekjes. Op blote voeten door een turfafgraving te lopen, nee.

Ik voorzie, zeker in het duister dat ik er uitkom met aan één voet een muskusrattenklem en aan de ander een bosje Amerikaanse rivierkreeftjes. Daarbij ben ik nog zo nachtblind als een geblinddoekte uil.

Overigens is er door het aantal scheermesschelpen  op het strand ook niet zo leuk meer blootsvoets te lopen.