dinsdag 29 januari 2013

Bye bye Beatrix

Ik had verwacht dat zodra er een kabinet is waar geen Wilders aan te pas komt, ook niet gedoog iets dat ze dan de tijd rijp vindt.
Was maar een theorie van mij en ik kan er erg naast zitten.

Maar wat heeft ze gelijk zeg, nu nog gezond van lijf en leden, tijd voor haar hobby's,
oma zijn.
En wat fijn dat het nieuws nu eens niet was uitgelekt, dat ze ons lekker kon verrassen.

Heb ik iets met onze vorstin? Eigenlijk wel. Diep respect voor haar, een ware vakvrouw.
Een meer dan prima ambassadeur voor ons landje.
Maar wat een baan zeg!

Natuurlijk zijn er tegenstanders, wat kost het allemaal? Wat kost een president?
Persoonlijk ben ik blij met iets oubollig als een monarchie en de onze is nog vrij "jong".
Er zijn ook heel wat mensen die twijfelen aan haar opvolger. Maar blijkbaar twijfelt niemand aan zijn echtgenote.

Ik denk dat zij het samen heel goed zullen doen.
Al is een kreet als koningsdag wel even wennen. En zal het worden passen en meten met de mei vakanties.
Hoewel, de eerste ronde in 2014 valt al gelijk op een zondag dus vieren we het op een zaterdag.
En men zal in De Rijp en Amstelveen even sip hebben gekeken, die zijn een jaartje in de wacht gezet.

Wat zal het gaan worden? Vast weer veel van hetzelfde, de lokale scouting, een  volksdansgroepje, het koekhappen.
Zeg nu zelf, dat doe je niet met een president.

Er blijft toch nog één prangende vraag over, hoe vertel je het je kinderen?
Aan de ontbijttafel "lieve schatten, pappa gaat koning worden"?

maandag 28 januari 2013

Doe maar een roze

Nee, gaat niet over Barbie, maar wel een leuk ander cadeautje voor kleine meisjes.
Hun eigen vuurwapen. Erg Amerikaans.

Ik vind het hier al sterk overdreven dat alles vanaf een jaar of 6 blijkbaar al een mobieltje nodig heeft,
maar dat is altijd nog beter dan een roze vuurwapen.
Waarom roze? Dan gaat je broertje er niet mee vandoor.

In Brandpunt vertelt een vrouw waar ze allemaal wapens heeft liggen.
Je weet tenslotte maar nooit.
Stel je voor, je treft een verkrachter, hup nachtkastje open en vuurwapen pakken?
Wie zegt me dat hij er al niet eentje op je heeft gericht?
En als je eigen echtgenoot je gaat verkrachten? Nee, die zal dan niet weten waar je schietijzer ligt?

Je koopt wapens om je kinderen te verdedigen, of beter, je geeft je kind een wapen.
Pakje brood mee, flesje drinken, en oh schatje, vergeet je colt niet!
En voor je het weet een schoolbus met een paar doden.

Die wapenlobby, het zijn en stel enge brallers zeg.
Denken ze nu echt dat je met meer wapens minder schietincidenten krijgt?
Natuurlijk gaat het hen om de verkoop. En hun nieuwe doelgroep, de huisvrouw.
Heb je de wat meer desperate housewives in goeie doen gaan ze leuke weekends organiseren.

Dolletjes, allemaal je reis Vuitton pakken en de vuurwapens mee.
Meisjes, ga toch lekker quilten.
Geef je kind een boek of een puzzel.

Mhh, misschien eens een leuk uitje voor de Red Hats, maar moeten ze wel eerst een rood dubbelloopsgeweer maken. Met een bijpassende hoes natuurlijk.

zaterdag 26 januari 2013

Het blijft een raadsel

Bezint eer ge begint.
Dat is weer eens wijsheid achteraf. Een tijdje geleden plaatste ik hier een foto.
Een blog met een foto van dames bij een groot gebouw. Geen idee wat voor een gebouw.
Ik kreeg tips als een rusthuis, een station, probeer het eens op een site voor stamboomonderzoek.

Het station valt af, het zoeken op een stamboomsite, dat werd een tijdvreter.
Ik heb geen oplossing gevonden, wel een "verre neef".
Daar zit ik nu soms per e-mail even mee te bomen. Maar ja, nu wil hij weer een generatie verder.

Voordeel als je uit een nest van bewaarders komt is dat iemand werkelijk alles bewaarde.
Zoals de rouwkaarten van ooms en tantes. Een nicht gebeld, oh ja, die heeft nog van alles.
En gelukkig wist ze ook nog alle verjaardagen anders heb je weer een probleem met geboortedata.
Op de rouwkaart staat wel datum van overlijden en op die en die leeftijd. Dan is het terugrekenen.

Alle data netjes per e-mail opgestuurd. Nu blijkt verre neef in de winter extra veel stamboomwerk te doen.
Of ik weet wanneer ze zijn getrouwd? Nee. Wel met wie en hoeveel kinderen en met wie die weer zijn getrouwd en hoeveel kinderen zij hebben, maar vrijwel al mijn neven en nichten zijn inmiddels ook grootouders.
Eentje zelfs al overgrootmoeder, maar die heeft vals gespeeld, zij trouwde een veel oudere man met al een tienerdochter.

Het grote leeftijdsverschil tussen de oudste dochter van de oudste tante en mij, de jongste dochter van de jongste van de vorige generatie bracht voor mijn nichtje soms ook verwarring.
Als 3-jarige vond ze mij onbeleefd dat ik mijn nicht niet keurig als tante aansprak.
Net alsof zij me ooit tante noemde!
Maar heus, zo'n oude dame kon nooit mijn nicht zijn.

De foto, tja het blijft een raadsel, zelfs nu ik een tweede heb gevonden. Het lijkt net alsof de paus in de deuropening staat, maar ik vermoed dat het een arts was.
De optie rusthuis blijft open, voor een gewoon ziekenhuis ziet het er eigenlijk veel te chic uit.
De grote stenen leeuw, heel wuft, de bloempotten op de traptreden, en een vast heerlijk prieeltje aan de zijkant.


Ik vermoed dat ik de foto maar eens aan streekarchieven moet sturen.
Snuffelen in de oude doos is soms best vermoeiend.




maandag 21 januari 2013

Heempad januari 2013

Sinds een jaar kom ik geregeld in een klein hoekje van mijn stad. Ik wist dat het bestond maar er nooit eerder geweest.
En ook dat begon per ongeluk. Ik zocht op de site van het afvalbedrijf naar de data voor ophalen plasticafval
en viel per abuis in de afdeling groenexcursies.

Het afvalbedrijf heeft dus een ecoloog in dienst die ongeveer eens per maand met een groepje op stap gaat.
Zo leerde ik stukjes van mijn stad kennen waar ik zelden of niet eerder kwam.
Groenexcursie is natuurlijk een breed begrip en ook erg afhankelijk van het weer.
Een libellewandeling kan eindigen zonder dat je er eentje zag.

Het heempad is een klein gebiedje aangelegd achter wat flats, een beetje hobbygroen van de ecoloog.
Ministukjes landschap die in de regio voorkomen. Een stukje schraal grasland, een stukje moeras, een stukje houtdijk, alles bij elkaar wellicht een voetbalveld?

Nu is hobbygroen niet echt een nette term. Maar het zal de vogels een worst wezen. Het stikt er van het kleine zanggrut, er broeden grote bonte spechten, er is een nest sperwers.
Het leukste is dat telkens als je er komt het er weer anders uitziet.

In het voorjaar begint het met het daslook, kort erna de dotters en verderop de kievitsbloempjes.
In een pad met meet struiken staan de bosanemoontjes. Weer iets later verschijnen er orchissen, de koekoeksbloemen en dan volgt adderwortel.

Het is niet groot, maar soms erg verrassend. Een leuk klein hoekje Gouda, niet zo ver bij huis vandaan.
Mijn plan is er geregeld foto's te maken.
Nu ging ik vandaag eigenlijk voor de vogels. Ik trof het, er zat een troepje kramsvogels erg aanwezig te zijn.
Luid aanwezig te zijn!

Voor het groen hoef je er nu niet te zijn, het is kaal. Zo kaal dat je alle omliggende flats ziet en je je niet voor kan stellen dat er over een paar maanden weer van alles valt te ontdekken.

Op 20 januari trof ik het zo:










zondag 20 januari 2013

M'n hoed, m'n jas...

Ik schrijf geregeld iets over mijn oma, maar net als ieder andere mens had ik twee oma's.
En ik heb ze beiden gekend.
De één een stuk beter dan de ander. Mijn lokale oma is op den duur bij een dochter in gaan wonen.
Het hoe en wat is mij nooit helemaal duidelijk geweest, maar het was een fikse scheiding van tafel en bed.

Toch, toen ik klein was, en de familie op zondag naar de kerk ging kwam zij op mij passen.
Behalve het spelletje met lichtvlekken via een spiegeltje kan ik me daar niets van herinneren.
De moeder van mijn vader was geen vrolijke vrouw. Misschien is ze dat ooit geweest, in haar jonge jaren, maar een echtgenoot die het niet zo nauw nam met sommige regels, de grote depressie van 1933 terwijl in die tijd haar jongste zoon naar een sanatorium moest hebben het er allemaal niet beter op gemaakt.

De jaren dat ze op zondag bij ons was hebben mijn moeder een punthoofd bezorgd.
Van haar weet ik dat als oma vertrok, of wenste te vertrekken ze dat kenbaar maakte met een paar korte bevelen.
"Mijn jas,mijn tas,mijn hoed, mijn schoenen en mijn vlees."

Dat vlees? Zal wel zo zijn geweest dat mijn moeder dat op zaterdag voor haar haalde?
Hoe dan ook, de gevleugelde woorden van mijn oma zijn haar eeuwig bijgebleven.
Natuurlijk zijn daar veel grappen over gemaakt.

Mijn ma had geen makkelijke schoonouders. Mijn opa kwam toen ik nog een kleuter was geregeld bij ons langs. Kwam hij met "de kleine meid"spelen. Dat was ik.
Ik vond hem een lieve opa, ook al wist ie toen niet eens mijn naam meer wist.

Ineens kwam hij niet meer, opa was "kinds".
Opa was toen opgeborgen in Leiden in het ziekenhuis. Zijn vrouw woonde elders en voor de rest, wie er nog naar hem omkeek?
Vaag weet ik nog van de paniek, opa was in pyjama uit het ziekenhuis ontsnapt en met de trein naar Gouda gekomen. Alleen wist hij niet meer waar hij heen moest.

De laatste keer dat ik hem heb gezien, in het Maria paviljoen, de "gekkenafdeling" van het Jozef paviljoen.
Ik weet nog dat ik hem een nieuw speelgoedje wilde laten zien, maar er kwam taal noch teken.

Oma leefde voort, ver weg in Tiel. En tot mijn broers grote verdriet moesten we daar verplicht op 1 januari altijd heen, haar verjaardag.

Al snuffelend in de fotodoos kwam ik dit kiekje tegen, en schoot even in de lach vanwege de hoed.
Daar hoefde ze tenminste niet achterheen.





zaterdag 19 januari 2013

Zomers in Zeeland

Vroeger kwam ik geregeld in één van onze overzeese gebiedsdelen.
Dat klinkt als een verre reis, maar dat viel best mee.
Het was tenslotte geen reis naar de Antillen of Suriname, nee, naar minder exotisch Zeeuws Vlaanderen.

Maar joh toch, dat is toch geen overzee gebiedsdeel?
Eigenlijk wel. Om er over land te komen moest je via België, maar de kortere route was vanuit Brabant
rechtsaf en dan Walcheren op.

Voor de komst van de tunnel moest je vanaf Walcheren kiezen uit twee veerdiensten.
Wij namen dan die van Vlissingen naar Breskens omdat we daar moesten zijn.
En als kind vond ik het altijd geweldig daar heen te gaan. Het liefste met koffiestop bij het Grevelingenmeer en over die mooie Zeelandbrug.
Al dat water!
Maar soms gingen we via Roosendaal met  koffie stop bij de Wouwse Plantage.
Ik begreep die naam nooit, maar plantage klonk me al exotisch in de oren.

Dan met de auto de pont op, via trap naar boven, door schuifdeuren en dan kon je binnen zitten.
Ik vond buiten altijd veel spannender. Je hoorde dan de toeter voor het afvaren, je zag de oever kleiner worden en het schuim van het water.
Voor mij was de reis al een feest.

Het logeren bij een tante was ook altijd een feest. Zij was getrouwd met een rasechte Zeeuw, eentje die elke dag wel even bij de boot (pont) ging kijken.
Een hardwerkende man, meubelmaker van beroep, op zondag in krijtstreep als ouderling naar de kerk.
Dol op vrouw en zijn 5 dochters en de katten.
En familie, altijd welkom.

In alle jaren dat ik hen kende zat hij met eten steevast aan het hoofd van de tafel, op een dekenkist.
Brood at ie niet van een bord maar van de broodplank. En veelal in zijn hemd.

Breskens was niet groot, in mijn kinderjaren stonden er veel bunkers. Als je ergens heen ging, kwam je overal bunkers tegen. Meer de binnenlanden in, lange smalle wegen over dijken met aan twee kanten bomen.
Ik weet nog de enige benzinepomp, de bakker, een winkel met nautische artikelen een erg leuke winkel met een Lego logo buiten aan de gevel.

Het huis, klein ,maar zo knus ook. En achteraf gezien met 7 mensen al vol, laat staan nog eens 4 erbij.
Soms met de nichten, allemaal ouder dan ik ben naar het strandje bij de vuurtoren.
Ik speelde vaak met een overbuurmeisje, maar grappig, als we er kwamen wist het halve dorp al dat de familie uit Holland kwam.

Breskens, ik heb er goeie herinneringen aan. Dat huis, ik zou er dolgraag in zo eentje wonen.
Zelfs al noemde men dat toen al eenvoudig.

Mijn laatste bezoek aan Breskens was de begrafenis van mijn tante. Breskens had ineens veel terrassen, het oude kerkje was er niet meer. Meer hotels, boetiekjes. Bijna een mondaine badplaats aan het worden.
De tunnel is er gekomen, Zeeuws Vlaanderen is bijna niet overzees meer.
Maar toch steeds nog een tikkeltje exotisch, ze staan tenslotte al jaren op de emigratiebeurs.


De grondlegster voor de zomers in Zeeland is de vrouw rechts. En die paling in galgenbadpak, tja, dat was mijn pa.


woensdag 16 januari 2013

De boomgaard

Tuinen,  trends komen, trends gaan. De één houdt van buxus op stam, in een vorm geknipt, de ander van grote potten op vlonders.
Als iemand tegen mij zou zeggen, ga je gang, ontwerp een tuin, let niet op de kosten, ik zou helemaal gek worden.
Ik vind zoveel mooi. De Andalusische patio's, of een mooie grassentuin. Of toch maar een rotstuin?
Natuurlijk kan je niet alles klakkeloos zomaar ergens planten.
Van twee dingen zou ik zeker zijn, geen rozen, geen groot gazon.

Dan denk ik aan de ouderwetse "boerentuinen". Met een rij afrikaantjes (gruwel), de goudsbloemen, gladiolen en natuurlijk de duizendschonen. Veelal de firma kakelbont.
En past, daar verschijnt weer een beeld van vroeger. Stukje grasland naast de "steun" (schuine oprit naar de weg) waar je opzij van de boerderij kon zitten en naar de bloemen kijken. Braaf geplante rijtjes bloemen.
Ik meen dat er ook houten palen stonden met waslijnen, maar gezien de ligging van de varkenshokken bedenk ik nu dat het vreemd was.

Wat ik aan beplanting erg mooi vond, de boerenjasmijn. Die stond alleen tegen een een schuur een stuk verderop geplant, lekker te staan geuren.
Het was de tijd dat de namen van wilde planten mij onbekend waren, me totaal nog niet boeiden.
Boterbloemen, pinksterbloemen, madeliefjes, vergeetmenietjes en fluitenkruid, verder kwam ik niet.
Als ik nu denk aan de duizenden plantjes die ik voorbij ben gelopen zonder ze een blik waardig te gunnen...zucht!

Het mooiste aan boerderijen, een boomgaard. Niet van die nette rijtjes moderne fruitboompjes, maar die mooie soms stokoude hoogstam rassen. De roze appelbloesem, de witte perenbloesem, het rijpende fruit.
Hier en daar nog een verdwaald exemplaar met vergeten appelrassen.  Soms trof je dan ook nog pruimenbomen en met extra veel geluk had men ook wat bessenstruiken.
Ik heb op zomerse middagen best wat aalbessen geritst en gesnoept van de witte kruisbessen.

Ik zou het allemaal weer willen doen. In de zomer in de schaduw van een boom met een vergiet naast me en bessen ritsen.
Hoe ik daar op kom?

Tja, weer eens een blik op een oude foto.
Oma en opa in de boomgaard, met tussen hen in hun zoons en voor hen de twee jongste dochters.
En de hond Prins.


maandag 14 januari 2013

Inburgeren

Was even aan het twijfelen over de titel. Had ook inpolderen kunnen zijn.
Het eerste deel van de ingepolderde Noordoost polder moest bevolkt worden.

Noeste pioniers voor die kale vlakte.  Je weet dat ze er waren, maar het hoe en wat is mij nooit duidelijk geweest.
Ik heb er gewoon nooit bij stil gestaan, leerde vroeger over het droogleggen van polders en als ik die namen maar kon onthouden was het goed genoeg.
Helaas blijven namen en jaren slecht hangen als je er geen beeld bij hebt.

Gelukkig is er dan een programma als Ander Tijden. Ik kan daar soms
geheel verrukt of in totale verbazing naar kijken.
Deze keer over het werven van bewoners. Hoe de staat dat aanpakte.

Als mensen vandaag de dag zo moeten solliciteren zou men er schande van spreken.
De waslijst waar je aan moest voldoen is niet veel korter dan van een huidige sollicitant.
Het aantal gegadigden voor een perceel ook niet lager dan het aantal sollicitanten op een hedendaagse vacature.

Die "nooit meer honger" polder was voor gewassen. Gegadigden moesten aantonen dat ze kennis van zaken
hebben. Ze moesten een vrouw of vaste verkering hebben.
Dan een evenredige verdeling tussen protestanten, katholieken en ongelovig spul.

Een van die vrouwen, inmiddels op leeftijd wist te vertellen dat ze zich er doodongelukkig voelde.
Daar kan ik me dan van alles bij voorstellen.
Hadden ze niet beter vrijgezellen kunnen sturen? Tja, Boer zoekt...bestond nog niet en even op bezoek bij verre verkering zat er ook nog niet in.
Internet daten bestond ook nog niet. Maar een verse gemeenschap opbouwen zonder vrouwen?
Onmogelijk!

Dat er menig vrouw in tranen starend naar die grote lege ruimte heeft zitten turen, wachten tot man thuis kwam, best een trieste gedachte.
Het was ook een tijd dat  veel van die vrouwen wellicht nooit hun eigen dorp hadden verlaten.
Opgroeide met een dialect wat geheel anders is dan een zeldzame buurvrouw.
De gezelligheid miste van de vriendinnen van vroeger, de borduurclub, eens een uitje met de plattelandsvrouwen.
En wachten op de "bruidskoe". Eerst moest de stal worden afgebouwd.

Ik denk dat het best een troosteloos bestaan is geweest in die eerste jaren.
Maar waar vrouwen zijn komen kinderen, een schooltje, winkeltjes en vast ook een markt.
En zo sluipt de samenhang er langzaam in.

De nieuwe polderkinderen hebben vast hun eigen straattaal ontwikkeld. Hebben later het bedrijf kunnen overnemen, tenzij hun vader, een tweede boerenzoon zelf ook veel zonen kregen.

Ik zou er best stilletjes in een tijdcapsule rond willen reizen. Ook al is het nog recente geschiedenis.

zondag 13 januari 2013

Wie wat bewaard..

Die heeft soms veel!

Er zijn mensen met bewaar genen, kan gewoon niet anders.
Ouders die slechtere tijden hebben meegemaakt werkt dan ook niet echt mee.

Vroeger, thuis, had mijn moeder een poetsmandje. Daarin een borstel of twee, de schoenpoets, en
afgedankte onderbroeken werden poetslappen. Van die witte onderbroeken met een ribbeltje.
Elders in huis bewaarde ze de knopendoos, een oude Mon Cherie doos vol met losgeknipte knopen.

Dan was er nog een stofdoekenmandje. Een rond rieten mandje met een verhard deksel er op.
Dat mandje staat nu bij mij op een plank, de inhoud, knopen.
Ik moet zeggen dat knopen leuk speelgoed was, net als verse stofdoeken en een schoenendoos.
Het eerste kon je winkeltje mee spelen, de laatste twee deden dienst als Barbiebed.

Ik heb dus nog een vreemde collectie knopen, maar ook een overdosis aan spul van de meer moderne tijd.
Snoertjes, kabels en opladers.

Vanwege een technisch euvel eens alle apparaten van de tv losgehaald. Een ongebruikt apparaat  een kast in, maar die plank lag vol met snoeren en kabels.  Dat wordt weer een hobbybox vol, beneden in de berging staat ook nog een zak vol.

Dat is vast een leuk klusje voor een dood uurtje, alles eens sorteren en opbergen.
Nu nog een depot met lege uurtjes zien te vinden. Die worden steeds schaarser.

Vrije tijd en ruimte, het lijkt in het niets op te lossen.

zaterdag 12 januari 2013

Natuur is duur

Roots van december kwam op de omslag al met hoe duur is onze natuur?
Ik wist al dat het schreeuwend duur is, maar mijn mond viel open.

Minder ver open als ik soms tegenkom wat betreft aanbesteding van een kunstwerk...
En eerlijk gezegd is het niet eens zo verwonderlijk dat men af en toe eens het mes in een budget zet.

Ik vind het helemaal niet erg dan men streeft naar behoud van soorten planten en dieren en oud cultuurlandschap.
Toch lijkt het me dat het een stuk goedkoper kan.

Elke provincie heeft een eigen natuurclub, dan zijn er Natura 2000 gebiedjes, Nationale Parken, een Waddenvereniging, stichtingen, federaties, kortom, een palet aan groepen/groepjes.
Er is Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Ongetwijfeld hebben de subsidie ontvangende clubs iets van een bestuur, een raad van....
Elk van die duurdere clubs hebben een voorzitter, en een  een directeur die een pittig salaris ontvangt.


Zijn al die clubs nodig? Het lijkt me stug. Er zal ook ongetwijfeld kinnesinne zijn onderling.
Een elk heeft zo een eigen beleid, hoe Nederlands kan het anders?
Maar er is duidelijk overlap. En lijkt me de tijd voor wat fikse fusie besprekingen aangebroken.

Natuurlijk begrijp ik best dat een Waddenvereniging geen feeling heeft met het beschermen van de korenwolf in Limburg.
Maar al die clubs in stand houden? Bevers zijn bevers, of ze nu in de Merwede zwemmen of in de Maas.
Een kievit is een kievit, of ie nu in Friesland broedt of in Zuid-Holland. Expertise is toch uitwisselbaar?

Ik zie nu in gedachte al gefronste wenkbrauwen, wat zanik je nou? Denk je nu heus dat iemand uit Lutjegast donateur wordt om de Limburgse vuursalamander te redden? Zolang iemand in Oslo geld geeft ter bescherming van de reuzenpanda in China, waarom niet?

Kunnen die provinciale clubs niet beter onder een aantal grotere clubs vallen?  Het beleid meer afstemmen.
Er blijft genoeg lokale kennis over dankzij het grote aantal werkgroepen, mensen uit de diverse regio's met
een hartverwarmende passie voor een plant, een dier of een schimmel.
Als ik dan lees van 15 van die clubs met 18 directeuren, elk met een ruim ton per jaar aan salaris, lijkt me aan de ruime kant.

Dan heb ik het maar niet over wat die clubs dan nog ontvangen aan rijkssubsidies.
De kennis zal niet wegvloeien, wellicht wel wat banen.
Ik vergelijk het dan maar even met dat niet elke provincie een Van Gogh museum hoeft te hebben.
Kennis ligt bij de boswachters, de ecologen, de stadsbiologen, en bij veel gepensioneerden die nu de tijd maar vooral de zin hebben om hun kennis te delen.
Sommige van hen zijn bijzonder goede verhalenvertellers als het gaat om de lokale flora en fauna, die kunnen vertellen over het ontstaan van landschappen of de keuze waarom juist daar een groengebiedje.

Maar de donateurs dan? Die kunnen schenken aan een werkgroep in de regio, of aan die club die iets met dieren doet waar ze dol op zijn.

Ach ja, ik denk ook even een bezuinigingsronde verder.

donderdag 10 januari 2013

Fly away

Ik kan het me nog goed herinneren, mijn eerste vlucht in in Boeing 747, saai.
Maar de eerste vlucht in een Cessna was een stuk spannender. Een vliegding wat je met gemak uit het gazonnetje duwt lijkt amper luchtwaardig.

Daar moet ik nu om lachen, als ik lees dat zoiets kleins als een kolibrie soms ook lange vluchten maakt..
Een kleine kist geeft toch meer het vlieggevoel dan een reus van een Boeing.

Was het voor de lol? Ja, en nee. Een kennis van mijn vader moest elk jaar zoveel vlieguren maken om zijn brevet te behouden.
Vroeger bestond er iets als een Goudse Vliegclub, mijn pa was er groot fan van.
Zo heb ik nog een foto van hem, samen met een andere man poserend naast een vliegtuigje.

En nu sluipt er toeval in, ik meende in die andere man mijn oude schoolhoofd te herkennen.
Mijn zus vond hem er best wel op lijken maar hij is het niet was haar bevinding.
De twijfel bleef, tot vroeg in de avond.

Door agenda geschuif van een ander moest ik op een hele rare tijd naar fysiotherapie.
Ik loop daar de wachtkamer binnen en zie een man zitten, ik zei gelijk "meneer G.?"
Verbaasde blik mijn kant op, ik hoorde zijn hersens kraken, die zoekende blik van "je komt me vaag bekend voor".
Het was tenslotte 39 jaar geleden en hij heeft nog lesgegeven op een andere school.

Nu ik hem toch zag, leek me dat de uitgelezen kans om hem te vragen of hij van die vliegclub wist?
Jazeker, hij was eens met mijn pa mee geweest voor een rondvlucht. Bevestiging van mijn vermoeden.
Ik wist genoeg, maar werd gelijk getrakteerd op oude verhalen, dat ie toen bijna ruzie had met mijn pa omdat hij de voorgeschoten 25 gulden niet in één keer kon betalen.
Kan je nu om lachen, maar in die tijd was het bijna een maand huur!

Na dat akkefietje viel het even stil. "Oh ja vroeger, toen je moeder nog niet getrouwd was gingen mijn ouders en ik naar de boerderij". Zijn vader was schoolhoofd van het dorpsschooltje van mijn moeder.
Een strenge maar bijzonder goed onderwijzer.
Meneer G. zit heel even te dagdromen, "Ja, dan kwam je moeder met Aart."
Nu begonnen mijn hersens te kraken, Aart? Ik weet niet van een Aart...
"Was altijd feest als Annie kwam, met Aart Nootjes, zo noemden we dat, daar komen Annie en Aart."

Tja, moet die man toch ergens kunnen begrijpen dat de grap me ontgaat.
Aart bleek geen persoon te zijn. Aart Nootjes was de grappige omschrijving van aardnootjes.
"Elke zondag kregen we dan pelpinda's, daarom kwamen we graag op de boerderij."

Nooit geweten dat mijn grootouders zo close waren met één van de dorpsnotabelen.
Want dat was je vroeger als hoofdmeester!

Nu weet ik zeker wie de andere man op de foto is, en ik hoef me niet suf te piekeren wie die Aart zou kunnen zijn.



zondag 6 januari 2013

2013, het jaar van...

Elk jaar is het wel een jaar van...
Vogelliefhebbers weten het al, het jaar van de patrijs.
Amfibieën adepten weten al, jaar van de vuursalamander, en voor de zoogdierenfans is het jaar van de steenmarter.

Voor de Chinezen is het jaar van de slang, voor anderen het jaar van de burger, maar ook het jaar van de fiets, het jaar van het voorlezen, het jaar van de boekhoudsoftware...druk jaar dus!
Oeps, vergat ik nog het jaar van de boerderij.

Je zult maar een met boekhoudsoftware worstelende jonge boerenvader zijn in Limburg. Geboren in het jaar van de slang. Het is jouw jaar! Je hebt de boerderij, in je vrije tijd ga je op zoek naar vuursalamanders, je zit te klooien met de software maar je moet dan ook je kinderen nog voorlezen... je boft, geen tijd voor technostress.

Dat is de nieuwe burnout. Mensen lijden steeds vaker aan technostress omdat ze altijd en overal bereikbaar moeten zijn.  Of vooral denken dat te moeten zijn.
Voor het werk zeggen ze dan. Ach welnee, ze willen gewoon altijd bereikbaar zijn via een mobieltje of een tablet.

Ik heb een vrij immobiele mobiel, vergeet 'm vaak.
Ik heb geen tablet, geen notebook, smartphone of al dat geinige draagbare speelgoed.
Als ik ergens naartoe ga ben ik er gewoon even niet.

Die technostress lijkt me eerder een verslaving. Is het jullie ooit opgevallen hoeveel mensen elke 2 minuten op hun mobiel kijken?
Voor een zakenman/vrouw die zit te wachten op het juiste moment van een miljoenenorder kan ik me dat voorstellen.
In het geval van een razende reporter ook, of voor een aanstaande vader.
Maar meestal is het gewoon onzin.

Als iemand alleen thuis is, met de ziel onder de arm loopt, mij best.
Echter in gezelschap vind ik het vrij asociaal overkomen. Dat iemand verzucht van lekker er eens even tussenuit en onder een boom van een wijntje zit te nippen en beetje bijpraten, dan stoort het mij als elke 5 minuten ik een bliep hoor en je dan later verneemt "was die en die, wat ik aan het doen ben".
Ik hoop dan dat het antwoord "zit met iemand op een terras te genieten van het uitzicht" was.
Vast niet, want elke 5 minuten weer.... dan weer ik verveel me, of even later, ik heb hoofdpijn...

Die mensen kunnen niet zonder mobiel...want dat is hun manier van contact hebben.
Ik die de middelen als ik ergens wil genieten niet gebruik zou er zelf spontane technostress van krijgen.
De lui die klagen van "ik word altijd gestoord" zet dat ding dan eens uit.  Maar dat kan dan niet, mis je net een berichtje dat iemand 3 keer moest niezen.

2013 gaat ook vast het jaar van de technostress worden.

zaterdag 5 januari 2013

Huttetutten

Met verbazing en af en toe een lach vanavond eens naar National Geographic gekeken.
Daar is op vrijdagen nu een serie over Hutterieten.

Nazaten van de volgelingen van de Tsjech Jacob Hutt die ergens in de 16e eeuw zowel protestanten als katholieken tegen zich in het harnas wist te jagen.
Na veel omzwervingen zijn ze uiteindelijk eeuwen later richting Noord-Amerika vertrokken.

Het gaat heen en vermenigvuldig u is hen niet vreemd.
Zij wonen in 3 verschillende "colonies" er zijn ik meen ook maar 3 verschillende achternamen.
Bij de eerste blik denk je gelijk aan Amish of Mennonieten, maar ik zag geen van de mannen met een brede zwarte hoed, de vrouwen dragen sjaaltjes op hun hoofd, geen kapjes.

Zag geen paarden en wagens maar gewone landbouwvoertuigen en auto's.
Hoe ongewoon tuttig de dames er ook uit mogen zin, in de zak van de jurk zit wel een mobieltje.
De kinderen moeten met 15 van school, dan moeten ze voor de kolonie werken.

Een van de hoofdpersonen heeft moeite met het rebelse gedrag van haar dochter, maar laat wel buiten de ouderlingen om haar zoon naar een openbare school gaan.
Internet is er verboden, maar je ziet de gehoofddoekte meiskes wel bezig met een laptop en Facebook.

Wikipedia vergelijkt hen met bepaalde gereformeerden in Nederland. Die ik overigens nog niet thuis op Facebook zie zitten, maar er zijn herkenbare zaken.
Ze willen alles doen zoals hun voorouders het deden.
Wel zoals hun voorouders deden, Tsjechen, ze eten graag varken en het Budweiser (van origine Tsjechisch merk) gaat er stevig in. Ook bij de dames.

Als dan op het oogstfeest de rebelse dochter al een foute knul uitnodigde die niet op kwam dagen in een balorige bui haar haar los laat hangen en met onbedekt hoofd buiten komt weet ik al dat de ouderlingen
"not amused" zullen zijn. Net zulk werk, ze sturen haar moeder een sms.
Dat vind ik wel apart, even sms sturen om een donderpreek te komen houden.
Mozes, eat your heart out! Een soort stenen tafelen maar dan in PDF?

Als ik naar mensen met die levenswijze kijk denk ik vaak "absurd".
En ergens ook "respect".  Al blijf ik het vreemd vinden dat ze zelfs in zo'n serie af en toe taalgebruik wegbliepen.

Ze doen geen andere mensen kwaad, maar oh wat beknotten ze de kinderen in hun vrije wil.
De jongens gaan op de leeftijd van 15 iets doen en dat is dan voor de rest van hun leven wat ze ook blijven doen.

Het lijkt me een erg verstikkend leven. En verwarrend, wel volgens oude regels maar ook weer niet helemaal.
Dat zal lukken als je ergens diep verscholen op het platte land woont.
Honderden kilometers van een stad. Waar je als vrouw alleen mag komen om op de markt te staan met je zelfgemaakte sjaals, zelfgemaakte jams en taarten.
En dan hopen dat ze je niet uitlachen vanwege je outfit.

Zelf leef ik in de uitloper van de bible belt. Ik kan de lokale streng gereformeerden nooit betichten van tuttige outfits.
Wij zullen de rokken misschien wat lang vinden, of de kledingkeuze wat aan de sobere kant qua kleuren.
Maar de zwarte kousen zijn het al lang niet meer.  De vrouwen dragen het haar opgestoken, en ja, in de kerk een hoedje op.

Gelukkig leven zij dan tussen de "anderen" en kan ik gewoon in hun winkels kopen zonder dat ik denk "raar volk" al tref ik soms 2x per jaar een dichte deur op woensdagen. Bid-en dankdag voor het gewas.
Ik woon in een enclave met deze buurtbewoners. Dat heeft wel 2 redenen. Hun basisschool staat in mijn zicht en hun kerk is op loopafstand. Op zondag dien je immers geen auto te rijden.

Maar net als tussen Amish, Mennonieten en Hutterieten heb je bij gereformeerden ook een enorme variëteit.
Als kind uit een Calvinistisch nest vond ik dat al verwarrend.
Zet 10 Nederlanders op een eiland en al snel heb je 15 meningen. Zet 100 Nederlanders ergens ver weg in een kolonie en binnen een halve eeuw vast wel 10 kerkscheuringen.
Weer één van onze export producten?


woensdag 2 januari 2013

Nou,nou

Ja, mijn eerste blog van het nieuwe jaar. Ik wilde eens mild beginnen, maar het nieuws wist dat ernstig te verzieken.

Snelrecht. Ja jongens en meisjes, de harde stoere woorden van minister  Ivo Opstelten en zijn handlanger  Fred Teeven ten spijt blijkt harder straffen dus ook een wassen neus.

Je slaat een jonge man die voor de brandweer opkomt bewusteloos en oei, 60 uur werkstraf.
Of je begint met een liter whiskey, blowtje erbij en dan agenten de huid vol schelden, en dan niet voor pannenkoek maar voor woorden die ik hier niet neerzet. Werkstraf.
Je mishandelt een agent? Werkstraf.
Ik vind dit een heuse opsteker voor de hulpverleners.

Alles onder het mom van een gezellig feestje. Ja, men zou de feestverziekers stevig aanpakken.
Niks de cel in voor 2 weken, werkstraf, want als je 2 weken moet zitten kan je je baan kwijtraken.
Of wie zorgt er dan voor je ernstig zieke moeder?

In mijn hoofd de zielige kamer vraag "wie betaald straks de rollator voor mijn moeder?"

Je baan kwijt is natuurlijk ernstig, maar bedenk dat voordat je iemand knock out slaat.
Je zielige moeder? Ook dat is al een van te voren bekent feit.
Wie betaald straks al het smartengeld voor weer een hulpverlener met ernstige stress?
Opstelten kan bassen tot ie een ons weegt, maar dit geeft een fout signaal af.

Onder het mom van drank en drugs weten zo de daders weer slachtoffer te zijn.
Baan kwijt, zo was er onlangs ook een uitspraak over een chauffeur.
In zijn vrije tijd gepakt wegens onder invloed rijden. Moest nu een alcoholslot op zijn stuur.
Maar ach en wee, hij zou dan niet meer kunnen werken want op een vrachtwagen kan dat niet.
Hij mag gewoon rijden met groot vervoer. Misschien wel met gevaarlijke stoffen.

Snelrecht..het wordt zo steeds krommer. Eens afwachten of het OM in hoger beroep gaat.