zaterdag 12 januari 2013

Natuur is duur

Roots van december kwam op de omslag al met hoe duur is onze natuur?
Ik wist al dat het schreeuwend duur is, maar mijn mond viel open.

Minder ver open als ik soms tegenkom wat betreft aanbesteding van een kunstwerk...
En eerlijk gezegd is het niet eens zo verwonderlijk dat men af en toe eens het mes in een budget zet.

Ik vind het helemaal niet erg dan men streeft naar behoud van soorten planten en dieren en oud cultuurlandschap.
Toch lijkt het me dat het een stuk goedkoper kan.

Elke provincie heeft een eigen natuurclub, dan zijn er Natura 2000 gebiedjes, Nationale Parken, een Waddenvereniging, stichtingen, federaties, kortom, een palet aan groepen/groepjes.
Er is Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Ongetwijfeld hebben de subsidie ontvangende clubs iets van een bestuur, een raad van....
Elk van die duurdere clubs hebben een voorzitter, en een  een directeur die een pittig salaris ontvangt.


Zijn al die clubs nodig? Het lijkt me stug. Er zal ook ongetwijfeld kinnesinne zijn onderling.
Een elk heeft zo een eigen beleid, hoe Nederlands kan het anders?
Maar er is duidelijk overlap. En lijkt me de tijd voor wat fikse fusie besprekingen aangebroken.

Natuurlijk begrijp ik best dat een Waddenvereniging geen feeling heeft met het beschermen van de korenwolf in Limburg.
Maar al die clubs in stand houden? Bevers zijn bevers, of ze nu in de Merwede zwemmen of in de Maas.
Een kievit is een kievit, of ie nu in Friesland broedt of in Zuid-Holland. Expertise is toch uitwisselbaar?

Ik zie nu in gedachte al gefronste wenkbrauwen, wat zanik je nou? Denk je nu heus dat iemand uit Lutjegast donateur wordt om de Limburgse vuursalamander te redden? Zolang iemand in Oslo geld geeft ter bescherming van de reuzenpanda in China, waarom niet?

Kunnen die provinciale clubs niet beter onder een aantal grotere clubs vallen?  Het beleid meer afstemmen.
Er blijft genoeg lokale kennis over dankzij het grote aantal werkgroepen, mensen uit de diverse regio's met
een hartverwarmende passie voor een plant, een dier of een schimmel.
Als ik dan lees van 15 van die clubs met 18 directeuren, elk met een ruim ton per jaar aan salaris, lijkt me aan de ruime kant.

Dan heb ik het maar niet over wat die clubs dan nog ontvangen aan rijkssubsidies.
De kennis zal niet wegvloeien, wellicht wel wat banen.
Ik vergelijk het dan maar even met dat niet elke provincie een Van Gogh museum hoeft te hebben.
Kennis ligt bij de boswachters, de ecologen, de stadsbiologen, en bij veel gepensioneerden die nu de tijd maar vooral de zin hebben om hun kennis te delen.
Sommige van hen zijn bijzonder goede verhalenvertellers als het gaat om de lokale flora en fauna, die kunnen vertellen over het ontstaan van landschappen of de keuze waarom juist daar een groengebiedje.

Maar de donateurs dan? Die kunnen schenken aan een werkgroep in de regio, of aan die club die iets met dieren doet waar ze dol op zijn.

Ach ja, ik denk ook even een bezuinigingsronde verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten