maandag 14 januari 2013

Inburgeren

Was even aan het twijfelen over de titel. Had ook inpolderen kunnen zijn.
Het eerste deel van de ingepolderde Noordoost polder moest bevolkt worden.

Noeste pioniers voor die kale vlakte.  Je weet dat ze er waren, maar het hoe en wat is mij nooit duidelijk geweest.
Ik heb er gewoon nooit bij stil gestaan, leerde vroeger over het droogleggen van polders en als ik die namen maar kon onthouden was het goed genoeg.
Helaas blijven namen en jaren slecht hangen als je er geen beeld bij hebt.

Gelukkig is er dan een programma als Ander Tijden. Ik kan daar soms
geheel verrukt of in totale verbazing naar kijken.
Deze keer over het werven van bewoners. Hoe de staat dat aanpakte.

Als mensen vandaag de dag zo moeten solliciteren zou men er schande van spreken.
De waslijst waar je aan moest voldoen is niet veel korter dan van een huidige sollicitant.
Het aantal gegadigden voor een perceel ook niet lager dan het aantal sollicitanten op een hedendaagse vacature.

Die "nooit meer honger" polder was voor gewassen. Gegadigden moesten aantonen dat ze kennis van zaken
hebben. Ze moesten een vrouw of vaste verkering hebben.
Dan een evenredige verdeling tussen protestanten, katholieken en ongelovig spul.

Een van die vrouwen, inmiddels op leeftijd wist te vertellen dat ze zich er doodongelukkig voelde.
Daar kan ik me dan van alles bij voorstellen.
Hadden ze niet beter vrijgezellen kunnen sturen? Tja, Boer zoekt...bestond nog niet en even op bezoek bij verre verkering zat er ook nog niet in.
Internet daten bestond ook nog niet. Maar een verse gemeenschap opbouwen zonder vrouwen?
Onmogelijk!

Dat er menig vrouw in tranen starend naar die grote lege ruimte heeft zitten turen, wachten tot man thuis kwam, best een trieste gedachte.
Het was ook een tijd dat  veel van die vrouwen wellicht nooit hun eigen dorp hadden verlaten.
Opgroeide met een dialect wat geheel anders is dan een zeldzame buurvrouw.
De gezelligheid miste van de vriendinnen van vroeger, de borduurclub, eens een uitje met de plattelandsvrouwen.
En wachten op de "bruidskoe". Eerst moest de stal worden afgebouwd.

Ik denk dat het best een troosteloos bestaan is geweest in die eerste jaren.
Maar waar vrouwen zijn komen kinderen, een schooltje, winkeltjes en vast ook een markt.
En zo sluipt de samenhang er langzaam in.

De nieuwe polderkinderen hebben vast hun eigen straattaal ontwikkeld. Hebben later het bedrijf kunnen overnemen, tenzij hun vader, een tweede boerenzoon zelf ook veel zonen kregen.

Ik zou er best stilletjes in een tijdcapsule rond willen reizen. Ook al is het nog recente geschiedenis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten