maandag 30 januari 2012

Smile!

Vroeg of laat komt alles weer in de mode.
Ik heb het niet over kleding,  want er is mode in alles.
In kamerplanten, in recepten, in decoratie, eigenlijk in vrijwel alles.
Toch had ik het van één ding niet zo snel gedacht,  Smileys.
Ik kende ze al voor het computertijdperk.  Je had ze toen al als stickers, op rolletjes plakband of je tekende ze zelf.
Dat laatste hebben mensen heel vroeger ook al eens bedacht.
Gisteren keek ik naar ‘O Hanlon’s helden, een programma over een reisschrijver van enkele decennia geleden.
In deze aflevering was ie op zoek naar een verborgen stad die nooit is gevonden.
Een El Dorado in het Amazonewoud. Hij praat met mensen en maakt zo kennis met een archeologe
die toch restanten van een oude beschaving had gevonden.

Hoe oud, dat blijft nog ongewis maar aan de donkere aarde onder het sediment te zien was het een beschaving die landbouw kende. Uit een tijd voor Columbus zijn eerste tocht richting Amerika maakte.
Zij toonde potscherven en nam hem mee naar de rivier waar ze wees naar een rotsblok met daarop tekeningen.
Ik schoot spontaan in de lach, Precolumbiaanse smileys.





Ik kan er niets aan doen maar de gelijkenis kon me gewoon niet ontgaan.

woensdag 25 januari 2012

Service van de bank

Serviceverlening. Er zijn bedrijven met een uitmuntend team service mensen,
er zijn er die laten je wachten tot je een ons weegt.

Momenteel ben ik op zoek naar een e-mailadres van Gamma, dat is een speld in een hooiberg.
Na heel wat klikken (nee, geen kliklaminaat) was het eindstation “heeft u vragen, bel de dichtstbijzijnde Gammavestiging."
Nou nee, ik heb geen vraag, ik heb een plaagstootje wat ik bij hun pr team kwijt wil.
Zoekt en gij zult vinden? Ik hoop het.

Een erg goed voorbeeld van prima service trof ik ooit bij een textielsuper.
Daar zat een service mevrouw die niet stilzat. Die is voor mij stad en land af gaan bellen
voor een artikel van 1,75. En geregeld dat er twee stuks naar mijn woonplaats werden gestuurd.
Toegegeven, ik had er wel een aandoenlijk verhaal van gemaakt.
Vanmiddag trof ik wel een aparte vorm van service. Een huishoudelijke tip bij de ABN-Amro.
Ik ging er heen om mijn rekening op te heffen.  De jongedame die mij daar hielp deed even klikker de klik en klaar was ze.
Einde van de dag zou het op mijn andere rekening staan.
Mijn commentaar was “goh, een kind kan de was doen”. Oeps, gevoelig puntje!

De jonge dame was dus pas zelfstandig gaan wonen en de was doen vond ze een ramp.
Goed de labels lezen en geen rood iets bij de witte was stoppen. Ze leek me ook oud genoeg  om haar in te wijden in het geheim der sokkensnaaiers, mooie sokken altijd in een wasnetje doen!
Ik kreeg een brede grijns “u klinkt als mijn moeder” Au! Dan voel ik me ineens oud! Maar gezien haar jeugdige leeftijd had het gekund.
“Mijn oma gaf ook een goeie tip, tegen kalk in de wc pot, gewoon de goedkoopste cola in de pot gooien.”
Hee, die kende ik nog niet!

Wie kon dat bevroeden, een huishoudelijke tip bij de ABN-Amro.

maandag 23 januari 2012

Smulpaapje? Oh nee, een dooie mus

Vanmiddag even een paar boodschapjes gehaald. Gelijk het blad “Boodschappen” meegenomen.
Dat is hetzelfde blad als Plus heeft liggen, maar met een andere naam.
Er staan wat tips in en recepten.
Deze ronde viel mijn oog op een advertentie, een nieuw product van Maggi.
Smulpannetje, voor sudderen en smoren. Mhh, sudder- en smoorsaus.
Ik zag als eerste Draadjesvlees in goulashsaus. Maar er blijken nog 3 varianten te zijn.
Met kip, gehaktballetjes en hamlapjes.  Oh nee, wacht, het klopt niet helemaal.
Dat “met” moet “voor” zijn.
Eigenlijk vind ik de hele tekst een grote deceptie.

Een label met de naam Smulpannetje op een glazen pot komt me al overdreven over.
Als ik een pot koop waarop staat Draadjesvlees in goulashsaus  (wat een vreselijk woord is om te ontcijferen als jij in de winkel staat en je leesbril nog thuis ligt), verwacht ik ook dat wat ze beloven ook in de pot zit. Dus het vlees en de saus.
Van Maggi kan ik de pot op!

Stel, je zit te sudderen van genoegen, trekt de pot open en zie dan dat je zelf nog weet ik hoeveel gram stoofvlees moet toevoegen, ik zou me toch de smoor in hebben!
Ik vraag me dan af, waar zit het dan in dat je zo snel een eenvoudige lekker maaltijd op tafel hebt?
Tenslotte moet je zelf eerst het vlees stoven en dat is nu net waar ik geen zin in heb.

Dus Maggi, je mag van mij lekker in je eigen saus gaar koken!
Enne… stoofvlees in bier is lekkerder dan in goulashsaus.

zondag 22 januari 2012

Compassie

Rare lui die politici.
Vandaag een CDA congres en ik dacht “kan mij het boeien”.
Blijkbaar wel.  Natuurlijk hoor je wat op het nieuws, maar ik begon me te interesseren
toen Debat op 2 begon.

Meestal is dat programma een chaotisch zooitje van fel voor en fel tegen.
Deze ronde een tent vol CDA mensen. Omdat men elkaar redelijk liet uitpraten kon ik het goed volgen.
Hoewel….

Men wil radicaal in het midden. Goh, waar hoorde ik dat vaker? Oh ja, ik ben niet links, ik ben niet rechts, dat werd dus ramkoers met een hoop averij en uiteindelijk een zinkend schip.
Wat is in hemelsnaam nu toch radicaal midden?
Ergens klinkt “het land zit propvol” hoezo? “Er staan files tot voorbij Zwolle.”
Ja, en vandaag richting Wijk aan Zee.
Uit een andere hoek hoor ik “compassie”. Terecht zegt eentje dat compassie bij de Christelijke waarden hoort.
Men is het bijna eens. Dan toch, compassie is geen politiek werkwoord.
Compassie als werkwoord?  Mijn brein begint er van te kraken.
Compassieën? Compassioneren? Compassen?

Gelukkig komt iemand met de oplossing, men dient compassie te hebben, maar niet in de politiek.
Dat laatste was me reeds opgevallen. Nee, men wil niet met de PVV regeren, maar men sluit geen enkele partij uit.
Er volgen nog wat krokodillentranen over die fijne samenwerking met de PvdA.
Hoe zij, het CDA midden in de samenleving staat. Hun compassie  voor de welkome immigrant mits die maar niet in de file gaat staan.
Compassie voor hen die het nodig hebben.

Er waren leuke toespraakjes van Mr. Compassie himself, De Geus.
Dan wat waardering voor Mr. Rentmeester himself, de mogelijke -als niemand het wil doen-
toekomstige leider van de partij, Henk Bleker.  Een visie op 2025.

Elders in het land hoor ik Cohen zeggen “ze zoeken het maar uit”.
Vandaag, een dag van een regatta tussen de zinkende schepen.
De kapitein van het CDA verlaat het niet als laatste.

zondag 15 januari 2012

kook kneus


Afgelopen week zag ik iets nieuws bij de supermarkt.  Receptenkaartjes.
In het loopje er eentje meegepakt, kippen stoofpotje.
Zag er voor deze keukenkneus eenvoudig genoeg uit.
Thuis nog eens goed gelezen, ah, de meeste ingrediënten heb ik in huis.
Kipfilet, olijfolie, bloem, peper, zout en droge witte wijn.

Maar wat nog te kopen? Rode uien. Ik begin dan te grommen, het lijkt alsof er in elk gerecht ander soort uien moet. Heb je net sjalotjes in huis moet het gewone ui zij, heb je die, dan weer rode ui.
Op den duur krijg ik daar lak aan, net als met witte en zwarte peper.

Volgende dag te voet naar de groenteboer voor rode uien en marjoraan.
 Ik had al besloten er geen gerookte spek in te doen. 
De krieltjes had ik inmiddels ook, maar de groenteboer had geen marjoraan, geen verse dus.
Later dan maar een potje gehaald.

Vanmiddag was het zo ver, ik haal de schaaltjes uit de kast, eentje voor de rode ui in halve ringen, een grote schaal om de bloem in te doen, de kipfilet in kleine stukjes gesneden, kortom het aanrecht stond weer vol.
Ik begin bij stap 1. Klinkt logisch maar ik haalde stap 2 en 3 al door elkaar, deed de wijn in de pan voor ik de uien glazig had aangebakken in het braadvet. Uien er uit, nog maar een rondje huilen.

Ui glazig genoeg, ik schepte de reeds aangebakken kip met de krieltjes in de pan en als laatste , om er door te scheppen een theelepeltje rozemarijn.
Rozemarijn?  De bril stort me bijna van de neus.
Ben 3 keer op stap geweest om marjoraan te halen en nu moet er dus rozemarijn in. Zucht!
Lees dan de eerste keer gelijk goed tut!
Voordeel van af en toe eens experimenteren is dat je vanzelf een breed assortiment kruiden in huis hebt.
 Ja, en uien.

donderdag 12 januari 2012

De mormels!

Als je groot bent hoor je niet meer in monsters onder je bed te geloven.
Toch heb ik een geheimzinnig plekje in huis.
Nee, natuurlijk geen groene monsters. Wat dan wel?
Vervelende ventjes.
Je ziet ze nooit maar je merkt  de aanwezigheid op het moment dat je spullen kwijt bent.
Zoekmaak kabouters dus.

Bij mij begonnen die mormels met het jatten van een gumstoffertje. Vervolgens verdwenen mijn rode schoentjes. Even leek het rustig, tot ik op zekere dag een Kiplingtasje miste. Kort daarna verdween er een lipstick en een spaarkaart van de kapper.
Ergerlijk is dat ze soms iets stiekem terugzetten op een plek waar je al 100 keer hebt gekeken.
Zo struikelde ik een keer bijna over de rode schoentjes.

Nu zijn die zoekmaak kabouters ongetwijfeld verwant aan de sokkensnaaiers.
Dat is een wereldwijde plaag, 4 sokken in de wasmachine, je krijgt er 3 terug.
Het moeten ijdele ettertjes zijn, te beroerd om een leesbril te kopen, mijn loep hebben ze ook al achterover gedrukt.

Vanavond ben ik ze echt beu. Ik zet net de scanner aan, loop naar de gang om een rode map te pakken. Rode map pleite!
Oh, een keer vind ik hun geheime bergplaats.
Dan bel ik de zoekmaak kaboutersverdelgingsdienst!


woensdag 11 januari 2012

IJskonijn


Het zal wel aan mij liggen.  Ben ik een keiharde afgestompte ziel?
Ik geloof het niet, dus zal het de verbazing zijn.

Verbazing over hoeveel mensen naar natuurseries kijken.
De laatste aflevering van Frozen Planet.
Een serie waar veel mensen van hebben genoten, behalve de stukken die ze niet wilden zien.
Zoals vanavond, waar ze lieten zien hoe een volk op de Noordpool leeft en moet overleven.

Een deel leeft van de jacht, de anderen zijn nomadisch. Waar de rendieren gaan, gaan zij ook.
Huis op de slee, paar rendieren ervoor en de sleurhut is uitgevonden.
Dat zag ik eerder, in een andere serie. Maar wat nu als je jager bent.
Op de pool valt niet te boeren.  Er is geen Aldi, er is geen Walmart.

Zij zijn aangewezen op duurzaam voedsel.  Vrijwel CO2 neutraal en niks bio-industrie.
Twee bootjes met mannen gaan de zee op, op jacht naar voedsel.
Ze spotten een walrus, varen er heen, werpen twee harpoenen, nee, dat is niet leuk.
Aan de harpoenen zitten boeien zodat de walrus niet onder water kan verdwijnen.
Eén van de jagers geeft het dier een genadeschot.

Op het strand slachten ze het dier, naaien het vlees in de huid en genoeg eten voor 3 maanden en handel.  De jagers hebben geen rendierhuiden, de nomaden niet het vlees.
Zonder het gedoe van euro versus dollar ruilt men goederen.
Voor wat afwisseling van het dieet rapen ze met gevaar voor eigen leven zeevogel eieren van steile rotsen.
Ik kijk er naar en heb bewondering.  Veel afval laten ze niet na, alles van het dier gebruiken ze.
En eigenlijk vind ik dat ze het netjes doen.  Het moderne schietijzer voorkomt een lange nare doodstrijd van de walrus. 
En niet onder het mom van onderzoek. 

Dan slaat later de verbazing toe, men kan het niet aanzien, die wreedheid.
Het is zo zielig als men een dier doodmaakt.
Wreed?  Sorry hoor, maar hoe moeten die mensen dan aan eten komen?
En aan de huiden waar ze de bootjes van maken? Nee, er is geen Hiswa.

Dan zijn de Whiskas  portiezakjes met lam en kalkoen wellicht wreder.
Of van die gefokte hondjes met veel te grote ogen die worden rondgedragen in een Vuittontasje.
Selectief verontwaardigd.



zondag 8 januari 2012

Heet dit vintage?


Tegenwoordig is alles te koop op het wereld wijde web.
Ben je opzoek naar iets ouds? Genoeg sites. Iets nieuws?
Je ogen struikelen over de online shops.
Een paar decennia geleden was dat wel anders. Je ging naar een winkel of je bestelde iets in een catalogus.
Catalogi bestaan nog, en het bladert prettiger dan pagina na pagina op het www afstruinen.
In mijn kindertijd was de eerste catalogus die ik zag die van “Ter meulen post” .
Kennen jullie die nog? Een niet overdadige luxe geval van gewoon papier.
Pagina’s vol met wat we nu tuttige artikelen zouden noemen.  Ze hadden ook een winkel, ergens in Rotterdam.
Ergens in een lade heb ik nog stickers voor diepvriesdoosjes met het  logo, blijkbaar bestonden er toen nog geen transparante diepvriesdozen?

Dan loop je op de eerste zaterdag van 2012 naar de brievenbus, he, een catalogus.
Geen Wehkamp, Neckerman, Otto, Bon Prix, Bakker of Pabo.
Het is een voor mij onbekend merk,  Your Look for less…
Nog nooit van gehoord!  Nieuwsgierig begin ik te bladeren, tjee wat een tuttenkleding.
Bij de afdeling vrije tijd begon mijn brein van slag te raken. Een reis door te tijd?
Alsof ik 35 jaar geleden in Ter meulen post zat te bladeren.

Huisjurken van polyester,  en nee, dat menen ze niet…..schorten die men ergens in een museum heeft gevonden. Blouses met coupenaadjes, jurken met een prinsessenlijn.
Directoires, en beha’s met voorgevormde cups.  Natuurlijk  ontbreken de steunkousen ook niet.

In 2012, waar men hoort van apps, waar de techniek maar blijft voortschrijden..
Iemand moet ergens een verborgen magazijn van die oude firma hebben ontdekt.













zondag 1 januari 2012

De boer, en zijn ouwe moer


Vanavond zag ik een stukje  Boer zoekt Vrouw.  Hoe het met een aantal van hen gaat.
Soms valt het mee, soms valt het tegen.
Het meest leuke stukje vond ik dus Mem.  De moeder van boer Jan.

Er kwam een vrouw in huis, wat doen we met moeder?
Stuk aan het huis aanbouwen, oude boeren gewoonte.
Yvonne en de cameraploeg liepen haar nieuwe paleisje binnen en flits,
ik viel terug in mijn jeugd.
Daar staan de typische senioren fauteuils, geborduurde kussens op de stoelen, een oudere dame met knotje, in haar hand een breiwerk met 4 pennen.
Alsof ik mijn eigen oma zag zitten.

Die bewuste oma  is in 1980 overleden dus dat is best lang geleden.
Toch denk ik nog vrijwel dagelijks aan haar.
Zie ik een plaatje van een boerenzwaluw, ik denk aan oma.
Zie ik een afbeelding van een koffiemolen, ik denk aan oma.

Onlangs was er een aflevering van Andere Tijden, het leven in een dorp in de jaren 50-60.
Veel van de oudere dames op de filmbeelden deden me aan oma denken.
Zij was 73 toen ik werd geboren.  Dat was in die tijd behoorlijk bejaard.

Terwijl ik dit schrijf heb ik het gevoel dat ze over mijn schouder meekijkt.
Dat heb ik wel vaker.  En ze was me er eentje zeg!
Zondags, vaste prik, naar oma.  In mijn jongste jaren stond ze dan in het voorhuis koffie te malen.
In een donkere jurk en natuurlijk met een mouwschort.
Een trotse boerenvrouw die in geen enkele streekroman zou mogen ontbreken.
Trots, sterk, en voor de duvel niet bang.

Hoewel ik altijd tegen de limonade momenten opzag, veel te dun en frambozensmaak, hoe ik ook gruwde van de momenten dat de kamerkast openging waar een eeuwige zoete smaak hing, ik was dol op mijn Grootje.
Maar niet iedereen was dol op haar. Nieuwe partners van kleinkinderen moeten het soms gevoeld hebben als de inquisitie.  Van wie ben je er één en had je goeie cijfers op school?
Soms kwam ze tot de slotsom dat je best meeviel, voor een katholiek of een stadsnufje.

Wee de kleinkinderen die kwamen klussen. Een likje verf in de keuken, oh nee!
Dat werd minstens een dag corvee. Als je dan toch bezig was…
Kwam je niet vaak genoeg langs? Dan liet ze dat weinig subtiel weten.
Ik ben wat sniklachend de kamer uit gegaan.

Met weemoed denk ik vaak terug aan de weinige momentjes dat we samen oude foto’s keken.
Of samen even over het erf scharrelden.  Als twee kijvende hennen. 
Ouwetje, ik mis je nog steeds!