zondag 20 januari 2013

M'n hoed, m'n jas...

Ik schrijf geregeld iets over mijn oma, maar net als ieder andere mens had ik twee oma's.
En ik heb ze beiden gekend.
De één een stuk beter dan de ander. Mijn lokale oma is op den duur bij een dochter in gaan wonen.
Het hoe en wat is mij nooit helemaal duidelijk geweest, maar het was een fikse scheiding van tafel en bed.

Toch, toen ik klein was, en de familie op zondag naar de kerk ging kwam zij op mij passen.
Behalve het spelletje met lichtvlekken via een spiegeltje kan ik me daar niets van herinneren.
De moeder van mijn vader was geen vrolijke vrouw. Misschien is ze dat ooit geweest, in haar jonge jaren, maar een echtgenoot die het niet zo nauw nam met sommige regels, de grote depressie van 1933 terwijl in die tijd haar jongste zoon naar een sanatorium moest hebben het er allemaal niet beter op gemaakt.

De jaren dat ze op zondag bij ons was hebben mijn moeder een punthoofd bezorgd.
Van haar weet ik dat als oma vertrok, of wenste te vertrekken ze dat kenbaar maakte met een paar korte bevelen.
"Mijn jas,mijn tas,mijn hoed, mijn schoenen en mijn vlees."

Dat vlees? Zal wel zo zijn geweest dat mijn moeder dat op zaterdag voor haar haalde?
Hoe dan ook, de gevleugelde woorden van mijn oma zijn haar eeuwig bijgebleven.
Natuurlijk zijn daar veel grappen over gemaakt.

Mijn ma had geen makkelijke schoonouders. Mijn opa kwam toen ik nog een kleuter was geregeld bij ons langs. Kwam hij met "de kleine meid"spelen. Dat was ik.
Ik vond hem een lieve opa, ook al wist ie toen niet eens mijn naam meer wist.

Ineens kwam hij niet meer, opa was "kinds".
Opa was toen opgeborgen in Leiden in het ziekenhuis. Zijn vrouw woonde elders en voor de rest, wie er nog naar hem omkeek?
Vaag weet ik nog van de paniek, opa was in pyjama uit het ziekenhuis ontsnapt en met de trein naar Gouda gekomen. Alleen wist hij niet meer waar hij heen moest.

De laatste keer dat ik hem heb gezien, in het Maria paviljoen, de "gekkenafdeling" van het Jozef paviljoen.
Ik weet nog dat ik hem een nieuw speelgoedje wilde laten zien, maar er kwam taal noch teken.

Oma leefde voort, ver weg in Tiel. En tot mijn broers grote verdriet moesten we daar verplicht op 1 januari altijd heen, haar verjaardag.

Al snuffelend in de fotodoos kwam ik dit kiekje tegen, en schoot even in de lach vanwege de hoed.
Daar hoefde ze tenminste niet achterheen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten