woensdag 28 september 2016

Vluchten kon nu nog

Nou ja, het kan nog steeds, maar het welkom gaat steeds minder hartelijk worden.

Jaren geleden hoorde ik voor het eerst dat er in mijn straat ooit een vluchtelingenkamp stond.
Maar ik had werkelijk geen idee waar. Nu is mijn straat in een eeuw tijd wel heel erg anders geworden.
Het was ergens in een kwekerij, maar ook die kon ik niet plaatsen.

Sinds afgelopen vrijdag staat er een bord, dus weet ik weet ik nu waar het was.
Terwijl wij tijdens de Grote Oorlog (1914-1918) neutraal zaten te zijn was het voor de Belgen een heel ander verhaal.

Net als voor elk volk op de vlucht barre ellende. Voor de kwekerij even verderop was het geen beste tijd voor handel, maar er stonden kassen.
Inmiddels waren er een slordige miljoen Belgen de grens over gestoken, een groot deel voor korte tijd, maar dan waren er nog duizenden die niet zomaar konden vertrekken.

De overheid besloot vluchtelingen kampen te openen, maar Gouda had denk ik niet zo'n zin om te wachten. Particulieren namen het initiatief, de gemeente vond het wel goed en zo werden er op het terrein van de kwekerij nog wat extra gebouwtjes gezet. En kregen wij 2000 gasten.

De kassen deden dienst als slaapzaal, eetzaal en recreatieruimte.
De bijgebouwtjes werden kerk, ziekenhuisje, keuken en klaslokalen. Er kwamen later nog demontabele woningen.

Winter 1914, het moet een hel geweest zijn. Zoals herfst 2016 in Aleppo.

Grote verschil is dat men in 1914 een minder grote bek had.
Oh, maar de vluchtelingen waren "ons" soort? Nou, daar waren de verschillen tussen Protestant en Katholiek nog best te groot voor.

Die 2000 vluchtelingen? Moesten die dan doelloos voor zich uit staren tot de oorlog voorbij zou zijn?
Gelukkig niet. De kinderen kregen les, de jongvolwassenen konden beroepsonderwijs volgen, de ouders werkten in het kamp.
Werken en kamp zijn enge woorden in één zin. Maar het ging om keukentaken, schoonmaak en naaisters.

Het was niet alle dagen ploeteren, in het kamp werd er een toneelclub opgericht, men had een fanfare en een turnvereniging.
Ongetwijfeld ook alle dagen heimwee en boze dromen.

Toen de oorlog voorbij was verlieten de inmiddels toen nog 1000 vluchtelingen het kamp.
Nu vraag ik me wel af, zijn er die zich in die 4 jaar zo vertrouwd voelden met de lokale bevolking en hier bleven?
Dat zal een vraag blijven.





1 opmerking: