dinsdag 24 december 2013

Een verloren strijd

Soms kan mij iets enorm ontroeren. Dat was niet een film over een trouwe hond of een eind goed al goed film.

Ik keek naar de documentaire over Hilligje Kok.
Hilligje is geen volksheldin, maar een moedige SGP-vrouw die uiteindelijk het onderspit moest delven.

Haar strijd was tegen het mannenbolwerk wat de Oud Gereformeerde Gemeente heet.
Een erg mooi gemaakte documentaire, je ziet haar strijd, de gesprekken met haar kinderen, de onderlinge verschillen met een vriendin.

Een vrouw wier strijd zwaar was. De zoon, zij was niet bij zijn huwelijk, hij trouwde met een man.
Zij was er niet aan toe, en al helemaal niet toe aan het feit dat ze de dominee om toestemming zou moeten vragen of ze dat huwelijk bij mocht wonen. Ze heeft het niet gevraagd, ze is er niet geweest.
Maar ze heeft haar zoon ook niet verstoten, wat dan in een gemeente weer vragen opriep.

Ik luisterde naar de discussie met haar vriendin, dat het trouwen van homoseksuelen een ambtenaar de baan kan kosten (de weigerambtenaar).
Het doet haar pijn.

Ik zag haar bezoekjes aan een Katholieke kerk en een Synagoge waarna ze bij een Joodse familie het afsluiten van de Sabbat mee mag maken.

Hilligje, die haar liefde voor God wil uitspreken, maar ze is een vrouw.
Volgens het evangelie gelijk aan een man, maar volgens de belijdenis niet. Monddood gemaakt.

Al haar brieven aan de dominee blijven onbeantwoord, dat kwetst haar, maar ze gaat onverdroten door.
Dan komt er een bericht dat men daar niet meer over in gesprek wil gaan.
Er komt een landelijke vergadering, zij mag niet binnen want de mannenbroeders gaan haar lot bepalen.
De zoveelste vernedering.

Haar kinderen begrijpen niet dat ze niet uit die kerk stapt.  Ik wel.
Zij strijdt waarvoor ze staat, haar geloof, maar niet in het mannenbolwerk.
En ik kan alleen maar respect voor haar moed hebben.

Ze gaat winkelen met een zoon en haar dochter, die zorgen dat ze met een rode jas naar huis gaat.
Een strijdlustige kleur.
Voor haar goede werken krijgt ze een lintje, voor het dweilen in de kerk geen bedankje.
Aan het eind zie je haar met een enveloppe in de hand, in haar rode jas, naar de brievenbus van de kerk lopen.

Het werd haar teveel, een berisping dat ze meewerkte aan de film was wellicht de druppel.
Ze duwt de brief in de bus, ze loopt wat gebogen weer naar huis.
En ja, nu krijgt ze wel een antwoord, men hoopte dat hun woorden haar niet hebben gekwetst,
maar voorzien voor haar een heilloze weg.

Ik ben niet kerks, ik vind religie bovenal iets voor mannen.
Maar ik voelde ook geen verontwaardiging, wel medelijden en respect.
En bijna, ja, bijna, moest ik een traantje wegpinken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten